Internationaal gezag bij echtscheiding vanuit de VS

Ook als u in het buitenland woont, kunt u medegezag en omgang met uw kind in Nederland juridisch regelen. Informatie over dit soort kwesties vindt u ook op onze pagina over internationaal familierecht.

Een echtscheiding op afstand, met het kind in Nederland

Remco, een Nederlandse IT-consultant, verhuisde enkele jaren geleden naar de Verenigde Staten voor zijn werk. Zijn vrouw Annelies en hun zoon Benjamin bleven in Nederland. Aanvankelijk vonden zij daar samen een werkbare vorm voor, maar de fysieke afstand legde steeds meer druk op de relatie. Toen Remco besloot tot echtscheiding, wilde Annelies niet alleen de scheiding aanvechten, maar ook het eenhoofdig gezag over hun zoon verkrijgen.

Remco wilde geen strijd, maar wel betrokken blijven als vader. Zijn centrale vragen waren of hij de echtscheiding in Nederland kon regelen en of hij medegezag over Benjamin kon behouden ondanks zijn verblijf in de VS.

Internationaal gezag bij echtscheiding: wat is mogelijk?

De juridische kernvraag betrof de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Volgens de Brussel II-ter verordening (artikelen 5 en 7) is de Nederlandse rechter bevoegd zolang het kind of een van de echtgenoten zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft. In dit geval verbleven zowel moeder als kind in Nederland.

Daarnaast speelde de inhoudelijke vraag of medegezag en een omgangsregeling mogelijk waren bij een grote fysieke afstand. Op grond van artikel 1:251a BW kan het gezamenlijk gezag na echtscheiding worden voortgezet, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind. De fysieke afstand werd daarbij als mogelijke belemmering aangedragen.

Onze aanpak: procedure in Nederland, met focus op contactbehoud

Wij startten namens Remco een echtscheidingsprocedure bij de Nederlandse rechtbank. In het verzoekschrift vroegen we om echtscheiding, voortzetting van het gezamenlijk gezag en een omgangsregeling. We onderbouwden dat Remco, ondanks zijn verblijf in de VS, steeds betrokken was gebleven, regelmatig contact hield en wilde bijdragen aan de opvoeding.

Tegelijk hielden we rekening met de praktische realiteit. We deden een voorstel voor een digitale omgangsregeling: dagelijks videobellen, wekelijkse online huiswerkbegeleiding en deelname aan schoolgesprekken via Zoom. Zo kon de rechter vaststellen dat het om reëel contact en ouderlijke betrokkenheid ging, ondanks de afstand.

Het resultaat: medegezag en een realistische omgangsregeling

De rechtbank wees de echtscheiding toe en kende medegezag toe aan Remco. In de uitspraak werd expliciet overwogen dat fysieke afstand geen reden is om een ouder het gezag te ontzeggen, zolang het kind baat heeft bij de betrokkenheid van beide ouders. De voorgestelde omgangsregeling werd als realistisch, werkbaar en kindgericht beoordeeld.

Toen Remco anderhalf jaar later terugkeerde naar Nederland, dienden wij een wijzigingsverzoek in. De omgangsregeling werd toen aangepast naar fysieke bezoeken en gedeelde schoolvakanties.

Wat kunt u hiervan leren?

Internationale echtscheidingen vragen om een doordachte en strategische aanpak. Deze zaak laat zien dat een ouder, ook vanuit het buitenland, juridische stappen kan zetten om betrokken te blijven — mits dit tijdig, zorgvuldig en goed onderbouwd gebeurt.

Drie inzichten bij internationale echtscheiding en gezag

• De Nederlandse rechter is bevoegd als het kind in Nederland woont (Brussel II-ter).
• Medegezag is ook bij verblijf in het buitenland mogelijk, mits het kind er baat bij heeft.
• Digitale omgangsregelingen bieden werkbare oplossingen bij fysieke afstand of reisbeperkingen.